Inleiding
Mijn vorige blog over de bedreigingen voor het Lieverse diep in de 19e eeuw werd afgesloten met een krantenartikel uit 1898, dat er eindelijk eens werk zou worden gemaakt van de verbeteringsplannen voor afwatering van en scheepvaart op het Peizerdiep, die ook ‘van regeeringswege’ zijn opgemaakt (1).
Na 1900 nog steeds overstromingen
De Zeven Blokken
De overstromingen van het Peizerdiep bleven echter ook na 1900 gewoon doorgaan en zorgden vooral op de Peizermade voor veel overlast. Zoals eerder gemeld, verhuurden vele landeigenaren in dit gebied de madelanden voor hooiland. Doordat deze madelanden steeds vaker in de zomer al overstroomden, leidde dit tot veel schade voor deze huurders. Als schuldigen werd door de landeigenaren vooral naar anderen gewezen, zoals naar Veenhuizen, waar vandaan in regenrijke periodes veel water ‘kwam opzetten’ door het Peizerdiep, zodat de oevers overstroomden (2). Daarbij speelde nog een verzoek aan Provinciale Staten, waarin ingelanden van het waterschap „De Zeven Blokken” te Smilde vroegen om de afvoer van het water uit dat waterschap over Veenhuizen te leiden. Grondeigenaren uit zowel Peize, Een en Westervelde hadden daar bezwaren tegen en verzochten de provincie dat af te wijzen. Dat gebeurde echter niet, omdat van oudsher het water uit dit gebied ook al via de Slokkert naar het Peizerdiep werd afgevoerd (3).
Watersnood Peizermade!
Vanuit de stad Groningen werd in het najaar van 1917 gesproken over ‘Watersnood te Peizermade’. Men vroeg zich af welke opbrengst zo’n onafzienbare water woestenij nog opleverde. “De Drentsche boeren maaien elken zomer vergenoegd een snede blauw gras, russchen en pijpraaien van dit dankbare land, of laten er wat jongvee weiden. Deze zijn nog van meening, dat Gods water over Gods akker moet loopen, om als meststof te dienen. Voorwaar middeleeuwsche toestanden; het land ligt hier of het waarde noch eigenaar heeft” (4).
Wachten op Electra bij Zoutkamp
In de zomer van 1919 werd in Peize weer eens een vergadering gehouden over het verbeteren van het Peizerdiep en het oprichten van een waterschap of polder. “De meerderheid bleek er echter voor de zooveelste maal weer tegen”. Men wilde wachten op de uitwerking op het waterpeil van het reusachtige gemaal Electra, dat bij Zoutkamp in aanbouw was en in 1920 werd voltooid (5).
In de jaren daarna werden echter nog steeds overstromingen gemeld. In januari 1928 werd door dooi en regenval op een zondag de gehele Peizermade in een grote watervlakte herschapen (6). Aan het einde van dat jaar werd bericht dat het Leekstermeer een paar maal groter was geworden dan normaal. Het gemaal bij Zoutkamp kon onvoldoende water lozen vanwege de hoge zeewaterstand. Geconcludeerd werd dat de oprichting van waterschappen in Noordelijk Drenthe en de verbetering van de waterafvoer van het Eelder- en Peizerdiep dringend noodzakelijk waren (7).
Provinciaal Ontwateringsbureau in Drenthe
Inmiddels is WO I voorbij en ontstond er in veel streken in Nederland, vooral ook in Drenthe, grote werkloosheid. Door werkverschaffing met overheidssteun konden eerder in gang gezette ontginningswerkzaamheden en grootschalige bosaanplant verder worden uitgevoerd. Dit werd echter beëindigd en er kwam een ‘eenigszins beruchte steunregeling, die de werkloze arbeiders wel eenigszins hielp doch geen verheffenden invloed had’ (8). Op initiatief van het Provinciaal bestuur van Drenthe, de Hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat, het Provinciaal Ontwateringsbureau met de daaraan verbonden landbouwconsulent en de Rijksinspecteur voor de Steunregeling in Drenthe werd daarop een oplossing gevonden in de vorm van werkverschaffing bij de verbetering van verschillende Drentse stromen. Hiervoor was veel onderzoek, planvorming en overleg nodig.
Eerder was uit onderzoek (9) al gebleken dat in Drenthe de potentiële productie capaciteit van de landbouwgronden bij lange na niet werd benut. Dit werd vooral geweten aan het slechte waterbeheer. Het in 1919 opgerichte Provinciale ontwateringsbureau werkte daarom verschillende plannen uit om dit te verbeteren. Zo ook voor het stroomgebied van het Peizerdiep.
Plannen gemaakt rond 1923 voor Peizer- en Eelderdiep
De verbeteringsontwerpen voor het Peizerdiep kwamen in 1923 gereed. Veel details hiervan zijn in de vorm van kaarten en tekeningen te raadplegen in het Drents Archief (10). Een toelichting op het tot stand komen van de plannen werd in 1927 en 1928 in een 4-tal artikelen in het Nieuwsblad van het Noorden gegeven door van Ir. Heuff, oud ingenieur van de Provinciale Waterstaat (11, 12, 13 en 14). Dit materiaal was de basis voor de hierna volgende samenvatting van de plannen.
De stroomgebieden
Het stroomgebied van het Peizerdiep bestaat feitelijk uit dat van het Peizerdiep en het Eelderdiep. Deze beken komen pas bij de Drents-Groningse grens samen, waar ze afwateren op het Hoendiep.
Waterschap “De Peizer- en Eeldermaden
In het gebied van deze laatste groep kwamen, zoals gemeld, veelvuldig overstromingen voor, zowel in de winter als in de zomer. Het plan was deze zogenaamde Peizer- en Eeldermaden in te richten als een polder. De grondeigenaren stemden hiermee in, waarmee de oprichting van het Waterschap “De Peizer- en Eeldermaden” een feit werd (15).
De werkzaamheden voor het waterschap, onder andere het verhogen van de kades (dijken) langs het Peizer- en Eelderdiep, werden in 1935 afgesloten met de feestelijke in werking stelling van het gemaal (16). Ook het in 1926 opgerichte waterschap “De Matsloot” kreeg in deze periode financiering voor het aanleggen van enige kilometers kaden langs de westelijke oever van het Peizerdiep (17). Daarmee werd de kans op overstromingen in dit gebied aan beide kanten van het Peizerdiep, tegenwoordig bekend als “De Onlanden”, sterk beperkt.
Aanpassingen Peizerdiep
In de verbeteringsplannen is alleen rekening gehouden met aanpassingen in de hoofdleiding, beginnende bij de Slokkert, tussen Veenhuizen en Westervelde, en vervolgens het Groote Diep (of Aa), het Lieverse diep en het Peizerdiep.
Voor de diverse zijleidingen, zoals het Oostervoortsche Diep, waren nog geen plannen gemaakt. Deze moesten worden geïnitieerd vanuit de betreffende gemeenten.
De totale lengte van de hoofdleiding was ongeveer 26 km. In het meest noordelijke gedeelte van het Peizerdiep van de Molenbrug (in de weg Roden-Peize) tot aan de Drents-Groningse grens (9 km) waren in het plan enkele bochtafsnijdingen en het op diepte brengen voor scheepvaart met schepen tot 1.50 m diepgang opgenomen (12).
Stroomopwaarts was het Peizerdiep tamelijk bochtig, waardoor het water in regenrijke periodes sterk werd opgehouden. Een ander bezwaar van deze bochten was, dat deze het verwilderen van de stroom in de hand werkten, waardoor beschadigingen aan de oevers optraden en extra onderhoud nodig was. In droge perioden werd als nadeel gezien dat de bodem van de beek tamelijk diep ten opzichte van nabijgelegen terreinhoogte lag en het waterpeil in veel aangrenzende sloten te laag stond, met problemen voor de drinkwatervoorziening, veescheiding en uitdroging van de grond tot gevolg. Om bovenstaande redenen stelde men in de plannen twee aanpassingen voor: 1. Bochten afsnijden en verbreden voor betere afvoer in natte perioden, 2. Aanbrengen van overvallen en stuwen voor ophouden van het water in droge perioden. Overvallen waren kleine stuwen bestaande uit een dubbele houten damwand met de ruimte ertussen zorgvuldig opgevuld met klei (12).
Details van de aanpassingen bij Lieveren
Voor het hele traject van de hoofdleiding waren 18 overvallen en 80 bochtafsnijdingen gepland. Aan de hand van een deel van deze hoofdleiding, n.l. ongeveer 2 km ter hoogte van Lieveren, zullen details van deze aanpassingen worden toegelicht. Dit gedeelte van het Lieverse diep begint een paar honderd meter noordelijk van de Lieverder brug en loopt door tot aan de tegenwoordige voetgangersbrug vanaf de Zuidesch naar Alteveer.
Lengteprofiel
De bedoeling was om in dit 2-kilometerlange stuk 8 bochtafsnijdingen en 2 overvallen te maken.
De eerste overval (nr. 4) was geprojecteerd zuidelijk van de Lieverder brug, ongeveer ter hoogte van het begin van de Noordesch. De tweede (nr. 5) zou juist voorbij de plaats waar de Lieverder leiding (tegenwoordig de Veenkamperloop) in het Lieverse diep komt, gebouwd worden. Tussen de overvallen was het verval steeds 25-35 cm. In de afbeelding zijn verder de diepte van zowel de bestaande als ontworpen bodem en de hoogte van de beide bestaande oevers weergegeven.
Dwarsprofielen
Naast het afsnijden van vele bochten was het ook de bedoeling de bedding te verbreden. Ook hiervoor werden enige honderden tekeningen, de zogenaamde dwarsprofielen, van zowel de bestaande beddingen als de ontworpen beddingen gemaakt. De afbeelding toont hiervan een 2-tal, uit de nabijheid van de genoemde huidige voetgangersbrug vanaf de Zuidesch naar Alteveer. De bovenste (nr. 140a) was het dwarsprofiel voor een stuk nieuw te graven diep voor het afsnijden van een bocht. Bij de onderste (nr. 143) lag het nieuw te graven diep op de plek van het oude. Op de bodem zou het diep ongeveer 5 m breed moeten worden en op maaiveldhoogte ruim 10 m. De diepte varieerde van 1.50 tot 2.00 m.
In de profielen is ook de hoogste stand van het water in de winter, de hoogste wintervloed (HWV), en in de zomer, de hoogste zomervloed (HZV), ingetekend. Hieruit valt af te leiden dat in de winter één oever van profiel nr. 143 zeker overstroomde.
Wat gebeurde er met de plannen?
Nadat de plannen in de loop van 1923 gereed waren gekomen was de vraag hoe het verder zou gaan. Zoals eerder aangegeven gebeurden de rivierverbeteringen in Drenthe vooral met de inzet van werklozen, waarbij het Rijk een aanzienlijk deel van het arbeidsloon betaalde. De rest van het loon en overige kosten zoals voor het maken van de plannen, het toezicht bij de uitvoering en voor de kunstwerken werden betaald door de provincie, met de bedoeling deze kosten, na de oprichting van waterschappen, geheel of gedeeltelijk terug te vorderen van belanghebbende eigenaren. Gemiddeld kwamen de kosten voor de hoofdleiding in een stroomgebied op f 20 tot f 30 per ha. Voor de verbetering van de zijleidingen zou dat nog een keer worden verdubbeld, zodat voor een geheel stroomgebied f 50 tot f 60 nodig was. Volgens de deskundigen zou een dergelijke investering zeker rendabel zijn (18). Het probleem was echter dat in veel stroomgebieden een groot deel van de gronden zo hoog lag, waardoor er geen problemen waren met de waterafvoer. Veel eigenaren van gronden in het gebied van de bovenstroom van het Peizerdiep, waaronder grote delen van de gemeenten Roden en Norg, hadden dan ook nauwelijks behoefte mee te betalen aan verbeteringen. In gebieden met een gelijkmatige lage hoogteligging stemde men gemakkelijker in met de oprichting van een waterschap, zoals in de Peizer- en Eeldermaden het geval was.
Lezing in Roden over voordelen ontwatering
In december 1926 werd in hotel van der Molen te Roden tijdens een drukbezochte vergadering van de landbouwvereniging een lezing gegeven door dhr. Mezu, rijkslandbouwconsulent bij het Drentse Ontwateringsbureau (19).
Bij zitten en opstaan, bleek, dat de overgrote meerderheid van de aanwezigen toch niet was te vinden voor het plan ‘Mezu’!
Ook plan voor het Oostervoortsche diep
Voor de verbetering van de zijleiding ‘Het Oostervoortsche diep’ werd in 1932 door de burgermeester van Norg een commissie geïnstalleerd. Daarvan maakten ook twee inwoners van Lieveren deel uit, waaronder mijn grootvader (20).
Roden-Peize (21). Hier werkten 55 werklozen aan de verbetering van de kade langs het Peizerdiep. Het plan hiervoor was in 1937 door de Minister van Sociale Zaken goedgekeurd. Deze had een overheidssubsidie van maximaal f 3.900 beschikbaar gesteld (22).
Toch weer overstromingen
Meldingen van overstromingen hebben in de periode tot 1940 alleen betrekking op het stroomdal van het Piezerdiep bij de Molenbrug in de weg Roden-Peize en op de Weehorst. Gedurende de oorlogsjaren (WO II) zijn er nagenoeg geen meldingen. Deze beginnen weer in 1952, als het dagblad Trouw meldt dat het Peizerdiep in Noord-Drenthe op vele plaatsen buiten zijn oevers was getreden. Geconcludeerd werd dat de noodzaak om de geruime tijd geleden gemaakte plannen nu dan eindelijk ten uitvoer te brengen, duidelijk bewezen was (23).
Waterschap Noordenveld
Oprichting in 1956
Vanwege de regelmatige klachten over overstromingen besluiten Gedeputeerde Staten van Drenthe in 1956 tot oprichting van het nieuwe waterschap ‘Noordenveld’ (24). Gelijk opgaand met de ruilverkavelingen Peize-Bunne en Peizermade werden door dit waterschap in de periode tussen 1959 en 1967 tal van werken uitgevoerd ten behoeve van de afwatering, ook in de omgeving van Lieveren.
Na 140 jaar toch nog kanalisatie Peizerdiep
Zoals ik eerder vertelde in mijn blogs over de ruilverkaveling werd het Peizerdiep (incl. Lieverse diep en Groote Diep) uiteindelijk in de jaren ’60 toch nog rechtgetrokken en sterk verbreed. Dat gebeurde ook met het Oostervoortsche Diep.
Om overstromingen te voorkomen werden grote delen bedijkt en werd de waterstand geregeld met een aantal stuwen en een gemaal.
Bij deze verkavelings- en afwateringswerken werd voor het eerst ook enige rekening gehouden met de natuur. Zo bleef tussen Roden en Lieveren ongeveer 2 ½ km van het Lieverse Diep met bijbehorend stroomdal onaangeroerd.
Herinrichting vanaf 1990
Natuur steeds belangrijker
Vanaf het einde van de jaren ‘80 werd alweer nagedacht over het opnieuw inrichten van het gebied van de dan nog zelfstandige gemeenten Roden en Norg. Hierover werden diverse rapporten geschreven. Daarin werd de plaats van natuurbehoud en -ontwikkeling steeds prominenter. Zo stelde Natuurmonumenten al in 1988 voor om het gebied gevormd door het beekdalgedeelte van het Lieverse en Oostervoortsche diep, gelegen in de driehoek Roden-Lieveren-Langelo, in te richten als één groot natuurgebied (25). Daarbij werd de volgende omschrijving gebruikt: De huidige biologische en landschappelijke waarden van de aanwezige schraallanden zijn uitzonderlijk hoog voor zowel Drentse als Nederlandse begrippen. Het gebied staat bekend als een van de “parels van Drenthe”.
Vooral door ontwikkelingen ten behoeve van de landbouw, intensievere bemesting en ontwatering, was de kwaliteit van de vegetaties sterk achteruitgegaan. Dit zou met de inrichting van één groot natuurgebied met een eigen optimale waterhuishouding kunnen worden hersteld.
Verdere uitwerking
In de daaropvolgende jaren werd de vanuit verschillende gezichtspunten voorgestelde aanpak verder uitgewerkt. In 1997 werd door Gedeputeerde Staten van Drenthe het Landinrichtingsplan voor de Herinrichting Roden-Norg vastgesteld. Het Peizerdiepsysteem wordt dan omschreven als een ‘te herstellen beeksysteem’. In een brochure (26) in opdracht van de Landinrichtingscommissie Roden-Norg wordt uitgelegd dat aanpassingen die in de 60-er jaren ten behoeve van de landbouw gemaakt zijn, niet meer nodig zijn. Vrijwel het hele gebied kan worden omgevormd tot natuur met slingerende beekjes met stroomversnellingen, hoger grondwater, regelmatige overstromingen en vrije doorgangen voor vissen en andere waterdieren.
De invulling van het inrichtingsplan vond plaats in een samenwerking van de Dienst Landelijk Gebied, het Waterschap Noorderzijlvest en de terreinbeheerders Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Drentse Landschap. Het waterschap Noorderzijlvest was in 1995 ontstaat uit samenvoeging van een aantal waterschappen in Groningen en Drenthe, waaronder het waterschap Noordenveld.
Voorgestelde aanpassingen
In totaal werden voor drie deelgebieden, 1. Oostervoortsche diep (27), 2. De Slokkert en Groote diep (28) en 3. het Lieverse diep en Peizerdiep (29), gedetailleerde inrichtingsplannen gemaakt. De voorgestelde aanpassingen in deze plannen die betrekking hebben op het gebied bij Lieveren worden hierna toegelicht.
Het Oostervoortsche diep werd grotendeels weer een meanderende beek. Daarvoor werden kades verlaagd en parallelwatergangen (waterlossingen) gedempt.
Bij het Groote diep ten noorden van de weg Langeloo-Roden vervielen zowel de parallelle watergangen als de beek zelf. Het Groote diep werd opnieuw, enigszins meanderend, aangelegd. Het Oostervoortsche Diep werd weer door de oude bestaande meanders aangesloten op dit aangepaste Groote Diep. Het in de jaren ’60 gegraven deel van het Oostervoortsche Diep bij de Tip kon worden gedempt. De daar aanwezige brug werd verwijderd. De oude duiker, iets verder naar Langeloo, zou problemen opleveren omdat er veel meer water door moest worden afgevoerd. Deze werd vervangen door een nieuwe brug met daarbij een otterpassage.
Voor de natuurontwikkeling in het gebied van het Lieverse diep werd een peilverhoging voorgesteld (29). De in de 60-er jaren aangebrachte stuw met vistrap werd verwijderd. Daarnaast zorgde de diepe bedding in het smalle stroomdal van het diep langs Lieveren in tijden met weinig neerslag voor te lage waterstanden en verdroging van de aangrenzende gronden. De beekbodem mocht hoger komen te liggen. Voorgesteld werd dit te realiseren door in de beek open dammen en bomen te plaatsen, waardoor de stroomsnelheid kon worden verlaagd en meegevoerd zand kon bezinken. Uiteindelijk moeten deze maatregelen in regenrijke periodes resulteren in het vaker overstromen van de omliggende madeladen, hetgeen gunstig is voor het in stand houden van de bijzondere flora en fauna.
Samenwerking met Dorpscommissie Lieveren
Verdere aanpassingen werden in samenspraak met de Dorpscommissie Lieveren voorbereid (29). Daarbij ging het vooral om ‘infrastructurele maatregelen ter vergroting van de recreatieve beleving van het beekdal’. Door de hiervoor genoemde ingrepen veranderde de situatie in het beekdal tussen Lieveren en Alteveer ingrijpend. De aanwezige fiets- en voetpaden moesten worden verlegd (zie kaartjes). Het gemaal was niet meer nodig en voorgesteld werd dit om te bouwen tot een uitzichtpunt en een verblijfplaats voor vleermuizen.
Uiteindelijk werd het fietspad vanaf de weg Lieveren-Langelo iets zuidelijker aangelegd dan in de afbeelding uit het plan aangegeven. Verder loopt het wandelpad vanaf de nieuwe brug (RL-1) niet over de verlaagde kades (RL-2), die bij hoogwater kunnen overstromen, maar gaat over de hoger liggende rand van de Zuidesch.
Het gemaal (RL-3) werd, zoals voorgesteld, geen uitkijkpost, maar werd afgebroken. Eind 2020 werd hier een nieuw uitzichtpunt, een zogenaamde preekstoel geplaatst (30).
De vistrappen
Tot slot nog aandacht voor de vistrappen. Dit waren eigenlijk de eerste aanpassingen, die in het Lieverse diep na de kanalisatie van de jaren ’60 werden gemaakt . Al in 1989 waren op initiatief van de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe zogenaamde vispassages aangelegd bij de stuwen in het Lieverse diep (31). Wegens veroudering werden deze in 2008 nog eens verbeterd.
In het inrichtingsplan voor het Lieverse diep werd afgesproken de stuw met vistrap ter hoogte van de Zuidesch geheel te verwijderen (29). Ook de stuw met vistrap bij het Sterrebosch zou oorspronkelijk verdwijnen. Dat gebeurde echter niet; het waterschap Noorderzijlvest koos ervoor om in 2018 een nieuwe vistrap om de bestaande heen te bouwen (32).
Het overbruggen van het waterhoogteverschil van ongeveer 1 meter gebeurde in de bestaande vistrap met treden van 20 centimeter. In de nieuwe vistrap, de bypass, werden dit treden van 7 centimeter, waardoor behalve grote vissen ook kleinere vissen de stuw konden passeren.
Het Lieverse diep is weer in oude glorie hersteld !
Inmiddels zij op drie locaties rond Lieveren uitzichtpunten geplaatst, waardoor men nog beter kan genieten van dit prachtige natuurgebied.
De volgende keer zal ik nog ingaan op deze natuur zoals die vroeger in Lieveren beleefd werd. Met daarbij herinneringen uit mijn eigen jeugdjaren zoals zwemmen en vissen in het Lieverse diep.
Bronnen
1. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1898/11/18, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 05-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010887456:mpeg21:p002
2. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1910/07/01. Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000107303:mpeg21:p002
3. BIJVOEGSEL VAN DE Provinciale Drentsche en Asser Courant. Dinsdag 22 November 1910. No. 273. Prov. Staten van Drenthe. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1910/11/22, Geraadpleegd op Delpher op 12-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000107426:mpeg21:p005
4. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1917/11/27, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010883066:mpeg21:p002
5. De Waterwolf, https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Waterwolf
6. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1928/01/09, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010667788:mpeg21:p002
7. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1928/11/30, p. 18. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010668748:mpeg21:p018
8. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1923/03/19. Geraadpleegd op Delpher op 13-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000111509:mpeg21:p001
9. De invloed van den waterafvoer op het Nederlandsche landbouwbedrijf, VERSLAGEN EN MEDEDEELINGEN VAN DE DIRECTIE VAN DEN LANDBOUW, 1917 , No. 1, 238 pp. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB24:075820000:pdf
10. Drents Archief, Assen. Toegang 0082 Kaarten en tekeningen van Gedeputeerde Staten, 1502a.1-1502d.7 Kaarten en tekeningen betreffende het plan van kanalisatie van het Peizerdiep; 1922
11. HET PEIZER- EN EELDERDIEP. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1927/10/15, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 04-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669701:mpeg21:p019
12. HET PEIZERDIEP. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1927/11/28, p. 17. Geraadpleegd op Delpher op 06-09-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669738:mpeg21:p017
13. Het Eelderdiep door Ir. A.G.C. Heuff te Assen. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1928/01/18, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010667796:mpeg21:p006
14. Het Waterschap „De Peizer= en Eeldermade” door Ir. A.G.C. Heuff. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1928/07/28, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669174:mpeg21:p013
15. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1928/06/04, Geraadpleegd op Delpher op 10-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000113266:mpeg21:p006
16. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1935/10/23, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010673726:mpeg21:p013
17. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1933/05/18, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010674004:mpeg21:p003
18. De boerderij. Geraadpleegd op Delpher op 28-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBWA02:001743050:00001
19. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1926/12/15, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 04-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669319:mpeg21:p006
20. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1932/06/10, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 06-09-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010674894:mpeg21:p006
21. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1938/01/22, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010676201:mpeg21:p015
22. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1937/11/19, p. 10. Geraadpleegd op Delpher op 11-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010676510:mpeg21:p010
23. Trouw. Meppel, 1952/11/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010821326:mpeg21:p005
24. Hempenius, A.L., Inventaris van het archief van het waterschap Noordenveld (1948) 1956-1994 (2007). Laurentius Archief & Geschiedenis IX en Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest IV (Groningen 2009).
25. NATUUR EN LANDSCHAP IN RODEN-NORG – Een blik op de toekomst -Ir. J. Gorter ‘s-Graveland, februari, 1988 Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, https://edepot.wur.nl/393049
26. Beekherstel in het Peizerdiep – Naar een natuurlijke beek, https://edepot.wur.nl/193395
27. Inrichtingsplan Oostervoortsche Diep. Dienst Landelijk Gebied, 11 mei 2006, 40 p. https://edepot.wur.nl/193417
28. Inrichtingsplan De Slokkert en Groote Diep. Dienst Landelijk Gebied, 20 december 2006, 55 p. https://edepot.wur.nl/193419
29. Inrichtingsplan Lieversche Diep en Peizerdiep. Dienst Landelijk Gebied, 26 januari 2009, 47 p. https://edepot.wur.nl/193416
30. “Preekstoel” geplaatst bij Oostervoortse Diep, https://www.drentsnieuws.nl/drenthe/7311-preekstoel-geplaatst-bij-oostervoortse-diep
31. Vispassages Peizerdiep worden verbeterd – 17 oktober 2008, https://www.sportvisserijnederland.nl/actueel/nieuws/10715/vispassages-peizerdiep-worden-verbeterd.html 32. Kaderrichtlijn Water (KRW) maatregelen Drenthe, https://www.noorderzijlvest.nl/ons-werk/projecten/projecten-(lopend)/kaderrichtlijn-water/