Inleiding
In een eerdere blog werd stilgestaan bij de verdeling van de markegronden van Lieveren in 1841. Daarbij ging het toen om 274 ha veld-, veen- en broekgronden. Op dit deel van de markegronden was alleen het weiderecht van toepassing. Dit recht, uitgedrukt in aantal aandelen of koeweiden, was in handen van een 16-tal markegenoten die voor het merendeel in Lieveren woonden. Genoemde gronden werden verdeeld naar rato van het aantal koeweiden dat ieder gerechtigde van het totaal aantal van 183 koeweiden bezat.
In het verdelingsplan van 1841 was door de toenmalige rechthebbenden van de koeweiden opgenomen dat aan het nog resterende niet verdeelde gebied van ca. 75 ha ook nog weiderechten waren verbonden.
Niet verdeelde bosgronden twee gemeenschappelijke rechten
Dit voornamelijk uit bossen bestaande gebied genoot brede bekendheid vanwege de jaarlijkse houtverkopingen van zware eikenbomen. Aan de houtproductie van deze bossen was een tweede ‘gemeen’ recht verbonden, n.l. dat op ‘bepooting’. Ook hiervoor bezaten meerdere gerechtigden aandelen, zogenaamde klauwen. Deze gerechtigden kwamen in meerderheid van buiten Lieveren.
De reden waarom de Lieverse landbouwers ook beweidingsrechten voor het bosgebied claimden is gelegen in het feit dat men vroeger varkens in het bos nabij het dorp liet weiden. Pelinck schreef in 1985 in het blad ‘Ons Waardeel’ over het Lieverderbosch (1) dat in 1815 de buiten Lieveren wonende gerechtigden hadden gepoogd het weiden van varkens in het bos te verbieden. De buren van Lieveren waren daar niet in mee gegaan en waren van mening dat ieder zijn varkens op zijn gerechtigheid mocht laten weiden. Eén en ander was gebaseerd op informatie uit document 567 in het Archief van Winsinghof (Drents Archief, Assen. Toegang 0598 De Winsinghhof te Roden, NL-AsnDA, 0598).
Het nog te verdelen gebied
Het bosgebied, waar dus nog zowel rechten voor beweiding (de koeweiden) als voor houtproductie golden, bestond uit het Noorbosch (incl. De Hor en ‘t Laantje), het Bollenbroekbosch, het Voorste Zuidbosch, Het Denneboschje, het Middelste Zuidbosch, het Kibbelboschje en het Achterste Zuidbosch.
Brink en Heere(n)weg!
Tot dit nog onverdeelde Markegebied behoorde ook een deel van de grond tussen de huizen in het dorp, gelegen langs de weg van Roden door Lieveren naar Assen. Dit deel stond samen met de weg over de Zuidesch in 1831 bij het kadaster te boek als ‘brink als weiland’ (HisGis, Drenthe, 2), waarbij feitelijk het gedeelte langs de grote weg in het dorp de Brink van Lieveren was.
In 1859 bood Hendrik Roelfs Ananias in een advertentie in de Provinciale Drentsche en Asser courant de boerderij, op de plattegrond aangeduid met de letter A, en enige percelen bouw- en groenland te koop aan (3). In deze advertentie werd de locatie van de boerderij ‘het beste gedeelte van Lieveren’ genoemd. In akte nr. 6 d.d. 27 januari 1859 van Notaris mr. Herman van Lier (Drents Archief, Assen. Toegang 0114.07, 4) werd het verloop van de verkoping beschreven. Daarbij ging het om 6 percelen, waarbij perceel één de boerderij betrof.
Enkele weken later werd het opnieuw publiekelijk geveild als heem en hof; dus zonder de gebouwen. De verkoper gaf aan het huis te zullen afbreken en wegruimen. Kennelijk was de boerderij toch niet meer zo ‘hecht en sterk’ als in de advertentie werd vermeld. De huisplaats, bestaande uit heem en hof, werd gekocht door Lukas Jans Kazemier uit Lieveren voor f 296,- (akte nr. 21 d.d. 16 februari 1859, NL-AsnDA, 0114.07, 4).
Opmerkelijk was dat in de verkoopaktes de weg vanaf Roden door Lieveren naar Assen de Heere(n)weg werd genoemd. Had dat een godsdienstige achtergrond of sloeg dit op de heren uit het geslacht Kymmell die zowel in het lokale als provinciale bestuur van Drenthe belangrijke functies bekleedden? Genoemd werd ook dat de te verkopen huisplaats was bezwaard met ‘scholtmolt’; een soort belasting. Deze diende in Roden en bijbehorend buurtschappen betaald te worden aan het huis Mensinge, in eigendom van de familie Kymmell (Drents Archief, Assen. Toegang 0598 De Winsinghhof te Roden, 5).
De ontbrekende schakel
Nu terug naar de verdeling van de gemeenschappelijke Markegronden. In literatuur bronnen (6 en 1) werd alleen gesproken over de verdeling van de Lieversche koeweiden in 1841 en de verdeling van het Lieversche bos in 1897. Maar wat was er dan gebeurd met de weiderechten (koeweiden), die ook op het nog niet verdeelde bosgebied rustten?
Bij verdere naspeuringen bleek er tussen 1841 en 1897 nog een belangrijk moment te zijn geweest in de verdeling van de gemeenschappelijke gronden. Dit bleek uit een verslag van een markevergadering in 1871.
Markevergadering van 11 oktober 1871
In het dossier van notaris van G. J. H. Ebbinge Wubben bevond zich een akte nr. 487 d.d. 5 juli 1872, waarin een aantal belangrijke besluiten van een Markevergadering uit 1871 waren opgenomen (Drents Archief, Assen. Toegang 0114.70, 7). Deze hadden betrekking op ruiling en verdeling van een deel van gronden in Marke van het Lieversche Bosch en de koeweiden.
Acte van Ruiling bij Markebesluit
De ruil
Op 11 oktober 1871 ’s morgens om 10 uur kwamen de markgenoten van de nog ongescheiden Marke van Lieveren in een algemene vergadering bijeen in het gemeentehuis van Roden. In de vergadering werden twee partijen onderscheiden t.w. A. markgenoten met weiderechten, gewaardeelden door koeweiden en B. markgenoten met rechten op de ‘bepooting’, de gewaardeelden door klauwen.
Partijen spraken uit dat ze hun wederzijdse belangen erkenden en zich schikten in een regeling door ruiling en verklaarden te zijn overeengekomen dat:
- partij A afstand deed van zijn recht van beweiding op ¾ deel van de onverdeelde marke ten behoeve van partij B. Hierdoor werd dus voor dit deel voor partij B het vruchtgebruik, de ‘bepooting’, met het blote eigendom verenigd;
- Daarentegen deed partij B afstand ten behoeve van partij A van het blote eigendom van ongeveer ¼ gedeelte van de onverdeelde marke, waardoor ook voor partij A het blote eigendom van dat gedeelte met het vruchtgebruik, de ‘koeweiden’, werd verenigd.
Ondertekening akte
Met de ondertekening van de acte waarin genoemde afspraken werden vastgelegd ontstond dus de afgescheiden ‘Marke der Lieversche koeweiden’. De Marke van Lieveren bleef in feite bestaan, waarvoor ook wel de naam ‘Marke het Lieversche Bosch’ werd gebruikt.
Uit de ondertekening valt af te leiden dat de heren S. Winsingh, E. Fokkema, J. H. Stel, H. Polling, L. J. Kazemier, P. W. Bronsema, J. R. Arends, , C. W. E. Kymmell en A. Holthuis gerechtigd of gemachtigd waren dit besluit te ondertekenen als Markegenoot van zowel de Marke der Lieversche koeweiden als de Marke het Lieversche Bosch.
Verder dient opgemerkt te worden dat in februari 1857 nog een perceel van de nog ongescheiden Marke van Lieveren was verkocht (akte nr. 35 d.d. 23 februari 1857, Drents Archief, Assen. Toegang 0114.07, 4). Daarbij ging het om een perceel bij de brug, kadastraal sectie F nummer 8 met een grootte van 1,7559 ha. Dit perceel werd voor de helft gekocht door Feije Jans Cazemier en Lucas Jans Cazemier, landbouwers te Lieveren. De andere helft werd eigendom van Jan Westerhuis, molenaar te Roden.
Markebesluit verdeling koeweiden
In een tweede vergadering op 11 oktober 1871 eveneens in het gemeentehuis te Roden kwamen de ‘gewaardeelden door koeweiden’ bijeen om de verdere gang van zaken in de juist ontstane Marke der Lieversche koeweiden te bespreken. Besloten werd het gebied van deze nieuwe marke met een grootte van ca. 17 ha te verdelen onder de gerechtigden, de eigenaren van de 183 koeweiden. De heer Roelf Remmels Giezen, wonende te Assen werd gemachtigd dit besluit tot en met de verdeling van de gronden uit te voeren en er verslag van te doen. Voor zijn werkzaamheden waren de mededeelgenoten Jan Jans Stel en Lukas Hendriks Stel beschikbaar voor ondersteuning.
Verslag van de verdeling
Wijze van verdeling
In het verslag vermelde de heer Giezen dat de betreffende gronden waren toebedeeld aan (groepen van) gewaardeelden in verhouding van het aantal koeweiden (aandelen) waartoe men gerechtigd was tot het totaal van 183 koeweiden. Bij de toedeling werd de waarde en niet de oppervlakte van de grond als uitgangspunt genomen. De waarde van de verschillende gronden (percelen) was vooraf door de deelgenoten gezamenlijk vastgesteld. Een koeweide vertegenwoordigde een waarde van ca. f 50. Iedere gewaardeelde kreeg een oppervlakte grond toebedeeld waarvan de waarde overeenkwam met het aantal koeweiden x f 50.
De gerechtigden
De (groepen van) personen, waaraan gronden werden toebedeeld, waren:
- De heer Coenraad Wolter Ellents Kymmell, burgermeester te Roden en verdere erfgenamen van wijlen mevrouw de weduwe Jan Wilmsonn (afgekort: C.W.E. Kymmell & cons. te Roden) – gerechtigd voor 7 koeweiden;
- Lucas Jans en Feije Jans Cazemier, landgebruikers te Lieveren (L.J & F.J. Cazemier te Lieveren) – gerechtigd voor 19 ½ koeweiden;
- Geessien Luchies Sinninghe, weduwe Wolter Piers Bronsema, landgebruikster te Lieveren en kinderen genaamd Lucas, Pieter en Wemeltien Wolters Bronsema (wed. W.P. Bronsema & cons. te Lieveren) – gerechtigd voor 19 ½ koeweiden;
- Jan Hendriks Stel, gebruiker te Lieveren (J.H. Stel te Lieveren) – gerechtigd voor 13 ¼ koeweiden;
- Lucas Hendriks Stel, gebruiker te Lieveren (L.H. Stel te Lieveren) – gerechtigd voor 13 ¼ koeweiden;
- Hillechien Jans Polling, weduwe van Geert Kruims, landgebruikster te Roden en kind genaamd Hiske Geerts Kruims (wed. G. Kruims & cons. te Roden) – gerechtigd voor 16 ½ koeweiden;
- Jan Jans Stel, landgebruiker te Lieveren (J.J. Stel te Lieveren) – gerechtigd voor 23 ½ koeweiden;
- Jan, Albert, Jannes, Hendrik, Eite en Annechien Polling, laatste gehuwd met Feije Jans Cazemier, benevens Jantien Polling, weduwe van Jacob Sinninge, allen landgebruikers te Lieveren (Fam. Polling & cons. te Lieveren) – gerechtigd voor 23 1/8 koeweiden;
- Gerrit Derks Doorn, landgebruiker en wever te Lieveren (G.D. Doorn te Lieveren) – gerechtigd voor 7 koeweiden;
- Jan en Jannes Sikkens, landgebruikers, eerste te Norg en tweede te Zuidvelde woonachtig (J. & Js. Sikkens te Norg resp. Zuidvelde) – gerechtigd voor 4 ½ koeweiden;
- Ananias Roelfs Ananias, landgebruiker te Lieveren en kinderen met name Roelf, Jan Feijes, Roelfien, Aaltien en Hendrik Ananias (A.R. Ananias & cons. te Lieveren) – gerechtigd voor 4 ½ koeweiden;
- Jacob Poeder, landgebruiker te Lieveren (J. Poeder te Lieveren) – gerechtigd voor 2 koeweiden;
- Marchien Kregel, vroeger gehuwd aan Jan Kars Wiering, thans hertrouwd aan Jacob Poeder boven vermeld, benevens de uit het vroegere huwelijk gesprotene minderjarige kinderen met name: Marchien en Jantien Jans Wiering (wed. J.K. Wierinf & cons. te Lieveren) – gerechtigd voor 2 7/8 koeweiden;
- Jan Kornelis Kruims, landgebruiker te Lieveren (J.K. Kruims te Lieveren) – gerechtigd voor 3 koeweiden;
- Willem Holthuis, minderjarige te Tolbert prov. Groningen, ten dezen vertegenwoordigd door deszelfs (vader en) voogd Albert Willems Holthuis, landgebruiker te Roden (W. Holthuis te Tolbert) – gerechtigd voor 13 ¼ koeweiden;
- Henderkien Geerts Koops, weduwe Roelf Jans Arends, landgebruikster te Lieveren en kinderen met name Jan, Geert, Jacob, Kornelissien en Trientien Roelfs Arends (wed. R.J. Arends & cons. te Lieveren) – gerechtigd voor 13 ¼ koeweiden.
Tenslotte waren er een drietal percelen, die om verschillende redenen niet aan een particuliere eigenaar konden worden toebedeeld. Deze bleven voorlopig ‘mandeelig onder de geregtigden’ (=gemeenschappelijk eigendom), ieder naar zijn of haar aandeel. Deze werden kadastraal geregistreerd als eigendom van ‘Markgenooten der Lieversche Koeweiden’ (17 – Markegen. Liev. Koeweiden).
De verdeling
In totaal werden 41 percelen, waarvan enkele zeer kleine, verdeeld over 16 gerechtigden, de nieuwe eigenaren. De grootte van de oppervlakte grond die men toebedeeld kreeg, varieerde van 0,20 tot 2,02 ha en was vooral afhankelijk van het aantal aandelen (koeweiden) die men van het totaal van 183 aandelen bezat. Zoals eerder aangegeven speelde ook de waarde van grond nog een rol.
Tussen Noordbosch en het dorp
Kennelijk waren op de toegedeelde percelen de bossen al enige tijd verdwenen. Het grootste aaneengesloten gedeelte tussen het dorp en het Noordbosch was verdeeld in 15 percelen, waarvan 9 al als weide- of hooiland werden gebruikt en 6 als bouwland.
’t Laantje en het Zuidbosch
De percelen bij ’t Laantje, Voorste en Middelste Zuidbosch waren bijna allemaal als weiland in gebruik. Alleen van het perceel grenzend aan het Voorste Zuidbosch werd vermeld dat het bouwland was.
Het Denneboschje was aan De Drift was in 1871 nog bos. Een klein perceeltje (heide en weide) tegen de weg naar Langelo bij het Achterste Zuidbosch bleef gemeenschappelijk eigendom en kwam op naam van de Markegenoten van de Lieversche koeweiden.
Het Bollenbroeksbosch
Van het Bollenbroeksbosch was ongeveer de helft beschikbaar voor de gerechtigden. Het perceel met nr. 17 (hooiland) bleef echter gemeenschappelijk eigendom. Van de rest ging het grootste gedeelte naar Cazemier(nr. 2) en Ananias (nr. 11). Opvallend was dat op één van de percelen die werd toegewezen aan Ananias Roelfs Ananias zelfs al een boerderij was gebouwd. Nog een aanwijzing dat vóór de officiële verdeling in 1871 al gronden door individuele boeren in gebruik waren genomen.
In het dorp
In het dorp werden ook de gronden, die voorheen nog de brink van het dorp vormden verdeeld. Deze werden toegewezen aan L.J & F.J. Cazemier (nr. 2), wed. W.P. Bronsema & cons. (nr. 3) en J.K. Kruims (nr. 14). Deze boeren waren in de meeste gevallen eigenaren van aangrenzende erven of percelen.
Op deze brink waren twee perceeltjes (X en Y), waarvan de status vooralsnog onduidelijk bleef. Er is voorlopig van uitgegaan dat deze in 1871 in particulier bezit waren.
Een laatste perceeltje met nr. 17 bij de kruising van de weg Roden-Assen met de weg Peize-Langelo bleef gemeenschappelijk eigendom. Dat was het perceel waarop de school stond en om die reden ook wel ‘schoolbrink’ werd genoemd.
School gesloten en afgebroken
De gemeenteraad van Roden besloot echter in 1876 de school in Lieveren op te heffen (8). Deze werd in het daaropvolgende jaar afgebroken (akte nr. 1310 d.d. 12 december 1877, NL-AsnDA, 0114.70,7).
Marke het Lieversche Bosch
De Marke het Lieversche Bosch bleef dus nog als onverdeeld gebied binnen Lieveren voortbestaan. Dit gebied met een grootte van ca. 56 ha, zou pas in 1897 onder de gerechtigden (houders van aandelen, de klauwen) worden verdeeld. Hierover meer in de volgende en laatste blog over de verdeling van de Markegronden van Lieveren.
Bronnen
- Pelinck, E. Het Lieverderbos. Ons Waardeel 1985, 5, p. 187-195
- HisGis Drenthe, https://hisgis.nl/projecten/drenthe/
- Advertentie Provinciale Drentsche en Asser courant, Assen, 1859-01-18, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 11-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010780570:mpeg21:p003
- Drents Archief, Assen. Toegang 0114.07 Notaris mr. H. van Lier te Assen (NL-AsnDA, 0114.07):
- Akte nr. 35 d.d. 23 feb 1857 – Verkooping van land te Lieveren voor Markegenoten Lieversche bosch en van de Koeweiden
- Akte nr. 6 d.d. 22 jan 1859 – Verkooping van vastgoed voor Hendrik Roelfs Ananias te Lieveren
- Akte nr. 21 d.d. 16 feb 1859 – Verkooping huisplaats voor Hendrik Roelfs Ananias en kinderen te Lieveren
- Drents Archief, Assen. Toegang 0598 De Winsinghhof te Roden (NL-AsnDA, 0598)
- Geschiedkundige atlas van Nederland. De marken van Drenthe, Groningen, Overijssel en Gelderland. Eerste aflevering – I. De Drentsche Marken door Jhr. Mr. B. M. de Jonge Ellemeet, II. De Groningsche Marken door Mr. J. G. C. Joosing. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1920. Geraadpleegd op Delpher op 15-02-2022, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100007864:00007
- Drents Archief, Assen. Toegang 0114.70 Notaris mr. G. J. H. Ebbinge Wubben te Roden (NL-AsnDA, 0114.70):
- Akte nr. 487 d.d. 5 jul 1872 – Besluiten Marke het Lieversche Bosch en van de Koeweiden
- Akte nr. 1319 d.d. 12 dec 1877 – Verkoop materialen en goederen uit afbraak schoolgebouw te Lieveren
- Kerk- en Schoolnieuws Provinciale Drentsche en Asser courant, Assen, 1876-09-09, Geraadpleegd op Delpher op 12-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000096426:mpeg21:p004