Inleiding
In mijn vorige blog heb ik aangekondigd in te zullen gaan op herinneringen uit mijn jeugdjaren aan het Lieverse diep. Er ging in die tijd bijna geen dag voorbij zonder nabij het Lieverse diep geweest te zijn. Dat kon ook bijna niet anders, want elke doordeweekse dag ging het over de Lieverse brug naar school in Roden. In de zomer bij het melken van de koeien of om te hooien in de weilanden, die aan het diep grensden. En dan nog talloze dagen, waarop we naar het diep gingen om te vissen, zoals de jeugd uit Lieveren ook in 1990 nog wel eens deed.
Daarnaast gebruikten we het Lieverse diep in onze jeugd ook veelvuldig als zwembad.
Zwemmen in het Lieverse diep
Als het zomers warm was, dan zocht ook de Lieverse jeugd naar verkoeling. Voor het natuurzwembad van Roden moest je toen bijna 5 km richting Foxwolde fietsen. Dat vonden we meestal te ver en dus werd er in mijn jeugdjaren vaak in het Lieverse diep gezwommen. In het begin van de 60-er jaren was dat altijd in een grote meander achter de Noordesch, tenminste als je kon zwemmen.
Want deze ‘Kort z’n kolkie’ was meer dan twee meter diep. Kon je niet zwemmen dan bleef je in de ondiepere rechte stukken, waar je zonder gevaar van de ene kant naar de andere kon waden.
Later, na de kanalisatie van een deel van het Lieverse diep, verplaatste het ‘zwembad’ zich daar naar toe. Er werd vooral gezwommen in het nieuw gegraven stukje Oostervoortse diep tussen de brug bij de Tip en het Groote diep / Lieverse diep. Dit stukje diep had een stevige zandige bodem, wat gunstig was voor de kwaliteit van het zwemwater.
Ook werd er wel bij de stuw gezwommen. Doordat het daar dieper was, kon er in het water worden gesprongen of gedoken. Het smalle brugdeel boven de beweegbare klep werd als duikplank gebruikt.
Vissen in het Lieverse diep
1 juni eerste visdag
In het voorjaar werd reikhalzend uitgekeken naar de dag, 1 juni, waarop het visseizoen openging. In de dagen daaraan voorafgaande werd de visuitrusting, bestaande uit 3-delige bamboehengel, enkele meters snoer, een dobber, een haak en aantal loodjes weer in orde gemaakt. Voor het snoeken werd een oude bonenstok gebruikt, een dik snoer waaraan een drietal kurken en aan het uiteinde een stukje ketting en een speciale snoekhaak. Als er nog iets ontbrak, dan werd dat nog snel even aangeschaft in de winkel van Harm Hingstman aan de Groningerweg in Roden. En dan op die eerste juni nadat school om half vier uitging, zo snel mogelijk op de fiets naar huis in Lieveren, oude kleren aan, nog even wormen verzamelen (‘pieren rooien’), een emmer mee voor de te vangen vis en … op naar het diep. Dat was meestal ter hoogte van de Noordesch.
Met de ‘gewone’ hengel werden kleine visjes van 5 tot 10 cm gevangen, ‘grunties’ (Riviergrondel) noemden we die en soms zat er een klein baarsje of ‘schele’ pos tussen. Deze werden gebruikt om mee te gaan snoeken.
Paling vissen
In het Lieverse diep visten we in onze kinderjaren ook wel op paling. Daarvoor werd een speciale palinghaak aan het snoer geknoopt. Een grote rode regenworm aan de haak en de dobber zo diep zetten zodat op de bodem werd gevist. En dan werd je geduld flink op de proef gesteld. Palingen gingen voorzichtig om met het aas; het duurde vaak lang voordat ze echt doorbeten. Een gevangen paling van de haak halen was best ingewikkeld. Ze waren erg glibberig en kronkelden zich zo uit je handen. Bij kleine palinkjes moest je oppassen dat ze zich niet helemaal vastdraaiden in het vissnoer.
In de grote kolken was er door de diepte weinig plantengroei. De stukken daartussen waren op veel plaatsen ondieper, waardoor waterplanten er volop gedijden. Deze waren de oorzaak van het verlies van menige vishaak of soms zelfs het gehele vissnoer. In die tijd heette het, dat je roetbeet had gehad, waarbij roet dan ook wel eens werd vervangen door een bekend drieletter scheldwoord. Ook stonden er veel bomen, voornamelijk elzen, langs de oevers. De takken van deze bomen boven het viswater zorgen bij het ophalen ook nogal eens voor materiaalverlies.
‘Kolkie scheppen’
In het Oostervoortse diep werd minder gevist, zeker voordat het gekanaliseerd was. Het was te smal en te ondiep. In zomers met weinig neerslag was er soms zo weinig stroming waardoor het zogenaamde ‘kolkie scheppen’ mogelijk was. Daarbij werd een dijkje voor en na de kolk gemaakt en werd met emmers het water uit de kolk geschept zodat de vissen gemakkelijk konden worden gevangen. Dat waren meestal enkele palinkjes, die zich in de modder op de bodem probeerden te verschuilen. Deze manier van vissen was feitelijk stropen en dus strafbaar. Ook de ouders waren er niet echt blij mee, want voor het maken van de dijkjes werden graszoden gebruikt, die van de oevers van hun weilanden werden gestoken. De lol was er dan ook gauw weer vanaf.
Snoeken
Het meest spectaculair was het snoeken. Ik herinner me dat ik op een dag met Gert Luimers aan het vissen was bij ‘t Vonder op de Zuidesch. We hadden een aantal kleine visjes gevangen en besloten dat het tijd werd om hiermee te gaan snoeken. Later was het overigens verboden om met levend aas te vissen. Omdat van een werphengel nog geen sprake was, liepen we met de snoekhengel (de ‘bonenstok’) in de hand langs de oever, het snoer met daaraan het aas door het water trekkend. En ja hoor, diverse keren sloeg er een snoek aan op het aas.
Twee keer slaagden we die erin die dag één op de kant te krijgen. Beiden meer dan een halve meter lang, wat voor ons op die leeftijd al heel groot was!
Dat er in toen nog veel grotere snoeken in het Lieverse diep voorkwamen en dat deze met eenvoudig materiaal waren te verschalken blijkt uit een bericht het Nieuwsblad van het Noorden (1).
In 1967 ving de 82-jarige visser Jop Bezema uit Peize in het diep tussen Lieveren en Roden zo’n rover van een meter met een loophengeltje.
Bijzondere vissen in het Lieverse diep
In 1838 meldde de Drentsche courant (2), dat er in het diep bij ‘Rhoden’ een steur was gevangen met een lengte van ‘ruim zes voet’ (ca. 180 cm), en gewicht van ‘naar gissing tusschen de 50 en 60 oude ponden (ca. 25 kg!)’.
En vijf jaar later, in 1843, in dezelfde krant (3) het bericht dat ‘nabij het gehucht Lieveren in het Lieversche diep een zalm van zeven Nederlandse ponden (7 kg) op de kant was gehaald’.
Ongeveer 3 jaar geleden maakte RTV-Drenthe melding van de vangst van een zeldzame zeeforel in het Lieverse diep (4). Dit was waarschijnlijk één van duizenden zeeforellen die in 2015 door de Hengelsportfederatie in het Groote diep tussen Westervelde en Langelo waren uitgezet en was terug gekomen om te paaien. Voor deze organisatie was dit een teken dat de natuur in dit gebied zich herstelde.
‘Concurrentie’ van visotters
In 1894 berichtten twee regionale kranten (5, 6) over de heer Krijthe, jager uit Lieveren, die een kolossale otter met een lengte van 1.30 m en een gewicht van 11 kg wist te bemachtigen. Zijn jachthond maakte daarbij kennis met de tanden van het als roofdier aangeduide beest.
Een aantal jaren later, in 1907, werd bij Lieveren weer een grote visotter verschalkt (7). Opnieuw door de heer Krijthe, nu samen met collega-jager Ananias. Dit leverde hun 10 gulden op.
Een laatste melding van de vangst van een visotter komt uit 1909 (8). Rijksveldwachters Grol (Peize) en Wieringa (Roden) hadden samen met D. Bathoorn (Peize) al enige dagen een visotter in het vizier, dan weer bij het Leekstermeer, dan weer in het Peizerdiep. Uiteindelijk hadden hun honden de otter kunnen sporen stroomopwaarts het diep. Tussen Lieveren en Alteveer werd het ‘monster’ met grote moeite bemachtigd. Het bericht eindigde met: “’t is een prachtig dier met donkere, zeer dichte pels. Het weegt 20 pond en meet van den kop tot het einde van den staart 1,15 m. Morgen zal men trachten het dier te gelde te maken”.
Vissen in Lieveren anno 1990
Nadat ik vanaf het einde van 70-er jaren minder vaak in Lieveren kwam, ben ik het zicht op de ‘Lieverse vissers’ verloren. Uit betrouwbare bron (9) heb ik echter vernomen dat de VvV Lieveren in de jaren daarna enkele keren op het Lieverse diep gerichte activiteiten heeft georganiseerd. In 1990 was dat een visdag voor de jeugd. In het gekanaliseerde deel van het Lieverse diep, nabij de samenkomst met het eveneens gekanaliseerde Oostervoortse diep werd door een groepje kinderen onder toeziend oog van enkele bestuursleden gevist.
Op de linker foto zijn op de achtergrond nog de contouren zichtbaar van het fietsbruggetje in het oude tracé van het fietspad vanaf de Tip over de stuw naar Alteveer.
Op de rechterfoto het gekanaliseerde diep, dat de afgelopen jaren is teruggebracht tot het oorspronkelijke meanderde diep. In de verte op de achtergrond loopt de weg Roden-Norg. Ongeveer op deze plek ligt tegenwoordige een nieuw fietspad met fietsbruggetje over het diep.
Volgende keer
In mijn volgende verhaaltje wil ik nog aandacht schenken aan de natuur en recreatie in het stroomdal van het Lieverse diep.
Bronnen
1. De oude man en de snoek. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1967/08/31, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010869656:mpeg21:p013
2. Drentsche courant. Assen, 1838/06/29, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 27-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010785166:mpeg21:p003
3. Drentsche courant. Assen, 1843/03/31, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 08-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010786028:mpeg21:p004
4. RTV-Drenthe, dinsdag 16 januari 2018. Zeldzame zeeforel opgevist uit Peizerdiep, https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/130170/Zeldzame-zeeforel-opgevist-uit-Peizerdiep
5. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1894/10/27, Geraadpleegd op Delpher op 14-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000101747:mpeg21:p002
6. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1894/10/28, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 14-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010895497:mpeg21:p002
7. Nieuwsblad van het Noorden. Groningen, 1907/01/03 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 17-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010894337:mpeg21:p003
8. Provinciale Drentsche en Asser courant. Assen, 1909/01/06, Geraadpleegd op Delpher op 17-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000106095:mpeg21:p002
9. Uit archief VvV Lieveren in beheer bij Ina Boer-Vogelzang